Een keizersnee is een operatieve ingreep wanneer er geen vaginale bevalling mogelijk is, hetzij door complicaties tijdens de bevalling of een medische indicatie vooraf.
Acute keizersnee
Soms wordt een vaginale bevalling toch met een keizersnee beëindigd, bijvoorbeeld omdat er sprake is van foetale nood: de baby is in gevaar en moet onmiddellijk worden gehaald. Dat kan doordat de ontsluiting maar niet doorzet en je baby het benauwd krijgt. Een losgescheurde placenta of uitgezakte navelstreng kunnen ook voor acute nood zorgen. Andere redenen voor een acute keizersnee zijn een dwarsligging, blokkade van de uitgang door placenta of als het hoofdje niet door het bekken past.
Ook wanneer de moeder tijdens de bevalling in nood komt, wordt er een spoed keizersnee uitgevoerd. Is de nood erg hoog, dan kan de baby binnen enkele minuten worden gehaald. Anders wordt er iets zorgvuldiger gewerkt en komt de baby met ongeveer 15 minuten naar buiten.
Geplande keizersnee
Soms is het van tevoren duidelijk dat je een keizersnee zult krijgen. Misschien omdat de vorige bevalling ook via een keizersnee is gegaan, hoewel dat geen vaste indicatie is. Of misschien ligt je baby in dwarsligging en kan hij niet via de natuurlijke weg naar buiten. Bij een stuitligging kun je in overleg met de gynaecoloog kiezen voor een vaginale bevalling of keizersnee. Andere redenen voor een geplande keizersnee zijn besmettingsgevaar door HIV, meerlingzwangerschappen met drie of meer kinderen of met een ongunstige ligging en bepaalde medische aandoeningen (zoals suikerziekte of een bekkenafwijking) van de moeder. De geplande keizersnee vindt vaak rond de 38 of 39 weken plaats. Dan is de kans op een spontane bevalling nog klein. Mocht je kindje zich al wel aandienen, dan krijg je weeënremmers en een acute keizersnede.
Verloop keizersnee
Een keizersnee kan met lokale verdoving (ruggenprik) of onder algehele narcose worden uitgevoerd. Bij een spoed keizersnee wordt vaak algehele narcose gebruikt, omdat dit het snelste werkt. Je partner mag bij een lokale verdoving bij de keizersnee aanwezig zijn. De gynaecoloog zal de buikwand opensnijden (met een horizontale incisie boven het schaambeen – de verticale ‘rits’ van vroeger wordt niet meer uitgevoerd). Dan opent hij de baarmoederwond en opent die voorzichtig verder met zijn vingers, totdat hij de baby naar buiten kan tillen. De moederkoek wordt ook verwijderd en de navelstreng doorgeknipt. Je baby zal je even kunnen zien, maar moet eerst worden onderzocht voordat je hem kunt vasthouden. Intussen wordt je gehecht – hier gaat de meeste tijd inzitten.
Herstel van een keizersnee
Een keizersnee is een operatie en je krijgt behoorlijk wat hechtingen. Je zult dus de tijd moeten nemen om te herstellen. Gemiddeld blijf je vijf dagen in het ziekenhuis. Je kunt de eerste dagen nog behoorlijk wat pijn aan je buik hebben en wat bloed verliezen. Wees de eerste zes weken na de operatie ook voorzichtig met tillen en bukken.