Voor het eerst naar school is een grote stap, ook al is je kind al gewend aan de opvang of peuterspeelzaal. Er is een aantal dingen die je kan doen om de gewenning makkelijker te laten verlopen, zowel in praktisch als emotioneel opzicht.
Tips ter voorbereiding op de kleuterschool
Kan je kind al zelf zijn jas aandoen, zijn broek dichtdoen en zijn shirt aan- en uittrekken? Vaak wordt dat wel verwacht. Je kunt thuis oefenen. Jas aandoen: leg de jas binnenstebuiten plat op de grond met de bovenkant (capuchonkant) onder, voor de voeten van je kleuter. Laat je kind zijn armen in de mouwen steken en de jas over het hoofd heen ‘slingeren’. Of doe je kind de eerste periode een broek met elastiek aan en schoenen zonder veters. Extra stress tijdens zo’n spannende tijd wil je je kind niet geven!
Voor het eten en drinken geef je je kind een beker en trommeltje mee die hij zelf kan openen en waar zijn naam duidelijk op staat (en die ook herkenbaar zijn voor je kind zelf). Snij het fruit eventueel in stukjes en doe er een vorkje bij. Dan heeft hij genoeg tijd om te eten.
Je kind moet zindelijk zijn en het liefst zelfstandig naar de wc kunnen.
Tijdens de wendagen mogen papa’s of mama’s blijven om te kijken. Zo kun je zelf het reilen en zeilen van de klas zien en er samen thuis over praten.
Besteed thuis aandacht aan het onderwerp ‘school’ door er boekjes over te lezen en erover te praten. Geef je kind de ruimte om eventuele angst of onzekerheid te uiten en ga daar ontspannen mee om. Fiets of rijd regelmatig even langs het gebouw om daar op een opgewekte manier aandacht aan te besteden.
Laat je kind zelf een mooie rugtas, beker en lunchtrommel uitkiezen.
De eerste schooldagen kan je kind humeurig, moe of juist heel druk zijn thuis. Logisch natuurlijk, het is hartstikke nieuw en spannend allemaal. Geef hem de ruimte om bij te komen en zijn gevoelens te uiten. Na een poosje vindt hij zijn draai wel en is het thuis weer gezellig.
Stel gerichte vragen over hoe hij het op school heeft gehad. ‘Hoe was het op school?’ is te abstract. Vraag bijvoorbeeld: ‘Heb je nog gekleid?’ Direct uit school moeten kinderen vaak bijkomen, dus als je weinig respons krijgt, kun je misschien beter wachten tot tijdens het eten of voor bedtijd.