Het is heel moeilijk voor de omgeving om te zien hoe iemand met dementie verandert en welke emoties dat bij die persoon teweeg brengt. De naasten die zorg verlenen moeten zich daar continu aan conformeren. Dat kan erg lastig zijn. Weten wat je kunt verwachten, en wat wel en niet raadzaam is om te doen om zowel jezelf als de patiënt zoveel mogelijk te ondersteunen, kan daarbij helpen.
Ga mee in de veranderende belevingswereld. Het is onvermijdelijk dat de belevingswereld en identiteit van iemand met dementie verandert. Hoe moeilijk ook, probeer hier geen weerstand tegen te bieden. Laat de persoon in zijn waarde van dat moment en bied veiligheid en geborgenheid tijdens dit onzekere proces. Probeer iemand niet te verbeteren of te wijzen op zijn fouten. Dit helpt niet, maar voedt alleen de boosheid en teruggetrokkenheid die vaak gepaard gaat met de angst en onzekerheid tijdens deze ziekte.
Rust en regelmaat. Belangrijkste kenmerk van dementie is het verlies van het korte termijn geheugen. Bied houvast door elke dag in te delen in een voorspelbare structuur. Zorg ook voor voldoende rust. Juist omdat het brein beschadigd is, gebruikt het veel energie.
Prikkel de zintuigen. Mensen met dementie kunnen beter informatie opnemen als meerdere zintuigen worden geprikkeld. Zo is de zin ‘we gaan aan tafel’ moeilijker te begrijpen dan wanneer ze de gedekte tafel zien en het eten ruiken. Om duidelijk te maken dat jullie gaan wandelen, kun je bijvoorbeeld de schoenen laten zien en naar buiten wijzen.
Beweeg regelmatig. Onderzoekers raden aan om minstens een halfuur stevig te bewegen. Door te wandelen of te fietsen bijvoorbeeld.
Ondersteun het gevoel van tijd. Met een afstreepbare kalender, een agenda en klok help je het gevoel van tijd op peil te houden. Benoem ook hoe laat het is of wat wanneer gaat gebeuren en laat je naaste ook regelmatig op de klok kijken.
Biedt steun en troost. Het ziekteproces is vooral in het begin erg angstaanjagend voor de patiënt. Angst om zichzelf te verliezen, de wereld niet meer begrijpen, merken dat het geheugen achteruit gaat… Over dat soort dingen praten kan helpen. Probeer het niet weg te praten of te verdoezelen, want daarmee gaat de angst niet weg.
Breng de omgeving op de hoogte. Misschien wekt dit verzet op van de dementerende persoon, maar het is noodzakelijk om de omgeving op de hoogte te brengen van wat er gaande is. Niet alleen zodat zij op de juiste manier kunnen reageren, maar ook steun en hulp aan jou kunnen bieden. Als kleinere kinderen weten dat iemand ziek is en daarom soms anders reageert of vaak hetzelfde vraagt, kunnen zij dit gedrag plaatsen en worden ze er niet bang van.
Pas de manier van communiceren aan. Dat betekent vooral veel geduld en actief contact maken. Ga in het gezichtsveld staan of raak de persoon aan als je wat wilt zeggen of vragen. Controleer steeds of de persoon je heeft begrepen. Gebruik niet te lange zinnen of meerdere opdrachten tegelijk. Om de persoon met dementie goed de aandacht bij het gesprek te laten houden, is een rustige omgeving zonder lawaai of rommel noodzakelijk. Sluit bijvoorbeeld deuren en ramen als geluid van buiten te veel afleiding geeft.
Maak gebruik van hulpmiddelen. Dementerende personen zijn zeer gevoelig voor ongelukken. Ze vergeten het gas uit te zetten, laten de kraan lopen of vertonen dwaalgedrag. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen verkrijgbaar die de persoonlijke veiligheid en de veiligheid in huis vergroten en de verzorging minder belastend maken.
Zoek passende activiteiten. Uit onderzoek is gebleken dat dementerende personen veel plezier halen uit muziek (van vroeger), het ophalen van herinneringen en het bekijken van foto’s. Met kleine, nuttige activiteiten stimuleer je het gevoel van eigenwaarde. Denk bijvoorbeeld aan stofzuigen, harken, iets verven, de schone vaat opruimen, vegen of onkruid wieden. Alzheimer Nederland heeft een lijst gemaakt met 100 geschikte activiteiten.