Elke basisschool hanteert een streng luizenprotocol. Niet zo raar, want hoofdluizen kunnen zich op een plek met veel kinderen in een rap tempo verspreiden. En als we niet oppassen, ontwikkelen luizen een resistentie tegen antiluizenmiddelen.

Luizenpluizen

De beste remedie is een regelmatige controle en snel ingrijpen voordat zich een luizenplaag ontwikkelt. Vele scholen hebben een speciaal team luizenouders, die op gezette dagen alle kinderen pluizen – het liefst na elke schoolvakantie. Met een fijntandige luizenkam wordt het haar van de kinderen uitgeplozen. Vooral achter de oren, in de nek en bovenop de kruin moeten de luizenpluizers zorgvuldig controleren. De kam wordt na elk kind boven een wit vel papier leeggeschud.

Luisalarm!

Is er tijdens het luizenpluizen bij één van de kinderen hoofdluis geconstateerd, is vervanging van de handschoenen nodig om eventuele besmetting te voorkomen. De luizenkam moet minstens twee uur in een bakje water staan om de luizen te doden. De ouder(s)/verzorger(s) van het kind worden gebeld om het kind zo snel mogelijk (na schooltijd) met een luizendodend middel te behandelen. Het kind wordt echter niet meteen naar huis gestuurd of van de groep geïsoleerd. De leerkracht zal ervoor moeten zorgen dat hoofdcontact in de klas wordt voorkomen. Na de luizenbehandeling komt het kind weer op school.

Behandeling en nazorg

In tegenstelling tot het vroegere advies, hoeven kleren, jassen. knuffels en beddengoed niet meer heet te worden gewassen. Hoofdluis kan op twee manieren worden behandeld: Door grondig elke dag te kammen gedurende twee weken en door een antihoofdluismiddel te gebruiken (in combinatie met kammen). Alle gezinsleden van het kind bij wie hoofdluis is geconstateerd, moeten elkaar goed te controleren en indien nodig een behandeling ondergaan. Na een paar weken wordt de klas nog eens extra gecontroleerd. De leerkracht of luizencoördinator zal intussen uitleg geven over hoofdluis om te voorkomen dat getroffen kinderen worden geplaagd/gepest.

Feiten en fabels over hoofdluis

• Hoofdluizen kunnen niet springen, vliegen of zwemmen, alleen lopen. Direct haar op haar contact is de enige manier om het op te lopen.

• Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat luizencapes/luizenzakken niet bijdragen aan het voorkomen van hoofdluis. Wanneer luizen gescheiden zijn van het menselijk lichaam kunnen ze maar kort overleven en worden ze zo zwak dat een besmetting onwaarschijnlijk is. Daarom hoeven bij een besmetting kleding en beddengoed e.d. ook niet meer te worden ‘ontsmet’.

• De luis maakt geen onderscheid tussen schoon of vies haar, met een slechte lichamelijke hygiëne heeft het dus niets te maken.

• Hoewel hoofdluizen niet kunnen zwemmen, verdrinken ze niet tijdens het zwemmen of tijdens het wassen van de haren.

• Ze kunnen zo’n 2 uur overleven onder water.

• Hoofdluizenbesmetting via zwemmen is niet mogelijk. Hoofdluizen houden zich heel goed vast aan het haar. Als ze het haar eenmaal los hebben gelaten, zijn ze dusdanig verzwakt, dat ze niet in staat zijn om nieuwe besmettingen te veroorzaken als ze al drijvend per toeval een ander kinderhoofd weten te bereiken.